Siva heeft als hovenier alle diploma’s, werkt zo veel mogelijk als hij kan in tuinen, bij boeren, met trekkerrijbewijs, werkt in keukens van heerlijke Indiase restaurants (in Lochem en Deventer) en waar hij kan.
Om geld te verdienen om op te sturen naar zijn nichtje van 18 die met een hartprobleem iedere twee weken een zuurstof behandeling nodig heeft. “Anders gaat ze dood.”
En dan is het niet zo fijn om te horen dat deze hardwerkende, 30 jaar geleden uit Sri Lanka gevluchte Tamil wordt gediscrimineerd omdat dat zo makkelijk is.
Als hij even op een bankje uitrust tijdens het fietsen naar een klant staat binnen 5 minuten een politie-auto bij hem stil; als hij zonder treinkaartje door de conducteur wordt binnengelaten met “ja, ik weet het, de computer is stuk, kom maar binnen” om vervolgens 5 minuten later een boete van 54 euro te krijgen van diezelfde conducteur, omdat hij geen treinkaartje heeft.
Dan schaam ik me daar een beetje voor. Ik kan daar niet zo goed tegen. Siva heeft het niet makkelijk gehad. Mensen die Siva kennen, zijn dol op hem. Hij helpt iedereen, en heeft een prachtig hart. Siva is mijn vriend. Hij noemt mij zijn broer.
Iedere dag loopt ie even langs, en meestal heb ik tijd om samen even een, twee of drie bakjes koffie te doen. Met drie suikerklontjes.
En die boete heb ik betaald, my god.
“Alles staat hoog, de prei, de boontjes, de aardappelen… Kom je foto’s maken van de tuin?”