Al in het voorjaar van 2019 weten wij als gezin wat we op 7 augustus zullen gaan doen. Op die datum begint namelijk onze meerdaagse trektocht door de bergen in de Vogezen. Om zeker te zijn van overnachtingsplekken op de route, hebben we die ruim van te voren alvast geboekt. Het nadeel van deze vroege boekingen is: we kunnen niet meer afwijken van die data. Dat nadeel begint voelbaar te worden als we begin augustus naar de weersvoorspelling kijken.
Juist op de door ons bedachte startdatum is er wel héél slecht weer voorspeld. Met onze 14-jarige dochter en onze 12-jarige zoon starten mijn vrouw en ik die eerste loopdag extra vroeg, omdat Buienradar laat zien dat de enorme regen pas in de loop van de ochtend in zal zetten.
Na drie kwartier beginnen de eerste dikke regendruppels op onze jassen uiteen te spatten. Dit is het teken om onze regenkleding aan te trekken. De rest van de dagtocht hebben we die al hikend niet meer uitgedaan. Zelden heb ik meegemaakt dat het zó hard, zó lang, zó veel kan regenen. We bevinden ons in een scherm van regen alsof we constant onder een waterval doorlopen.
Het valt mij op dat onze kinderen noch mijn lieve vrouw, ook maar een moment gaan klagen. Mede daardoor, denk ik, lukt het mij ook om er steeds de moed in te houden; ook als de paadjes in bergbeekjes veranderen en ook als de kledinglagen onder onze regenpakken doorweekt beginnen te raken. Sterker nog, we blijven grappen maken, ervaren de dankbaarheid als we ergens bij een Mariabeeld of in een abri (een klein houten huisje in het bos) kunnen schuilen en zo weten te voorkómen dat de boterhammen uit ons handen gespoeld worden.
In één van die rustpauzes wringen we in tweetallen onze sokken uit en blijkt dat we zelfs dan nog uit elke schoen de hoeveelheid vocht van een blikje cola kunnen gieten. Het maakt ons alleen maar meliger. In deze zelfde abri ontdoe ik mij van mijn hele kloffie, omdat ik van een vriend met de nodige survival-skills geleerd heb dat het de kunst is om je lijf niet af te laten koelen door een natte onderlaag. Dus daar sta ik in mijn blote bast met een half-vochtige sandwich in een houten huisje in een bos van de Vogezen. We bedenken hoe mensen zullen reageren als ze nu dit hokje in zouden stappen en ons daar als tijdelijke holbewoners aan zouden treffen. De slappe hap die ik neem proeft als puur geluk. Onderweg blijven de grappen en grollen zodanig doorgaan dat één van onze kinderen lachend achterover valt in een natte stapel bladeren.
Tijdens die dag-vullende douche zie ik scherp hoe belangrijk het is om niet de omstandigheden de baas te laten worden over mijn reactie of over mijn gevoel. Ik wil zelf blijven bepalen hoe te reageren op het leven. Ook als dat leven al het hemelwater van Frankrijk voor ons in petto heeft, terwijl we maar zeer beperkte kleren en middelen bij ons hebben.
De familie van de Wiel versus het pleurisweer: 4-0.
Guido van de Wiel is ghostwriter van (management)boeken en schrijfcoach. In 2020 rondt hij zijn vertaling af van Georges Perecs boek Les Revenentes; een boek waarin de enige toegestane klinker de e is. Hij verbeeldt zich soms dat zijn jaarthema van 2020 (Verbeeldingskracht) al is ingegaan. wheelproductions.nl
Oh ja, foto van mij is genomen door Bram van de Wiel.
Heerlijk, niet de omstandigheden de baas te laten worden en lachend achterover vallen in een stapel bladeren. Wat een mooi beeld samen.