Dimitri Lambermont

“We moeten met de eerste kabelbaan naar boven!” Al drie dagen lang herhaalt mijn vrouw dit mantra. “De eerste kabelbaan!” “Ja hoor. Maar eerst nog even een dagje suppen.” We zijn, zoals elke zomer rond augustus, in Zwitserland. Het land waar zij is opgegroeid. We verblijven in een jeugdherberg aan het meer van Thun in het kleine dorpje Leissigen.

We brengen de dag met de kinderen door op onze supboards, zwemmen in het koude, heldere water van het meer en genieten van de rustige omgeving en het uitzicht op de bergen. ’s Avonds zien we de zon oranje en roze achter de bergen zakken vanaf het houten balkon van ons appartement. Het historische pand in chaletstijl waar we slapen is daar ooit neergezet door de ‘legendarische uitvinder van Ovomaltine’ Albert Wander. Het is Zwitserland pur sang.

Na lang aandringen is het op woensdag 11 augustus eindelijk zo ver. We vertrekken om 7.30 uur met de auto vanaf de jeugdherberg. Een half uur later staan we klaar voor de eerste kabelbaan. Ons doel: de Niederhorn (1.953 m).

En steenbokken.

Onze dochters kunnen niet wachten om ze te zien en met de steenbokken te knuffelen. Mijn vrouw tempert hun enthousiasme. Het is haar nog nooit gelukt om steenbokken van dichtbij te zien. Hooguit vanaf grote afstand met een verrekijker. Ik kijk ondertussen met een strakke blik naar mijn schoenen en grijp mijn bankje vast. Kabelbanen zijn geen pretje als je hoogtevrees hebt. Ook al gaat het na zoveel jaar steeds beter.

Uiteindelijk komen we – na een eeuwigheid wiebelend zweven – boven aan. Ik ben blij weer solide grond onder mijn wandelschoenen te voelen. Enigzins gehaast beginnen we aan onze tocht. We willen deze kans niet missen.

Helaas hebben meer mensen dit idee. De twee dames achter ons kwebbelen luidruchtig en verstoren de serene rust. “Als ze zo blijven kakelen, zien we er nooit eentje.” We proberen ze voor te blijven en lopen uiteindelijk op ze uit.

Als we boven op de graad komen, besluiten we eerst maar eens te ontbijten. Onze hoop op steenbokken is vervlogen. We nemen plaats op een steen. Pakken uit de rugzak wat fruit en water en genieten van het uitzicht op de bergen voor ons.

Opeens fluistert mijn vrouw: “Achter ons.” Ik draai me om en zie een steenbokram met indrukwekkende hoorns nieuwsgierig over een hoger gelegen steen naar ons kijken. Hij lijkt totaal niet onder de indruk en loopt op een paar meter afstand voor ons langs. Ik blijf zo stil mogelijk zitten en kijk hem aan. We maken even contact. Zo dichtbij!

Een iets kleiner vrouwtje stapt er kalm achteraan met een jonge steenbok naast haar. Ze houden ons in de gaten, maar lijken niet bang. De ram neemt enkele stappen en blijft perfect poserend op het pad stilstaan: “Neem gerust een foto mens, ik ben er nu toch.” Daarna verdwijnt het groepje over de rand en uit het zicht. Pas als ze helemaal verdwenen zijn, durven we weer te praten.

6 gedachten over “Dimitri Lambermont”

  1. Prachtig hoe foto en tekst met elkaar versmelten zo. Ik had de foto al gezien, maar met de aanloop er naartoe nog leuker.

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Scroll naar boven