Ik ben last minute inkopen aan het doen. Goedkope broeken bij C&A. Zodirect stappen we in het busje. De band is weer bij elkaar. Met Eton Crop gaan we weer naar Engeland voor een klein toertje. We zijn sinds lang weer bij elkaar voor een festival dat herdenkt dat de Britse dj John Peel tien jaar dood is. De man was belangrijk voor ons.
De telefoon gaat. Adrian Hackford belt. Hij is violist en Brit. Zijn Nederlandse schoonzus is overleden. Hij moet onze optredens afzeggen om naar de begrafenis in Gorkum te gaan. Logisch. Maar ook heel jammer. Hij had er enorm naar uitgekeken. Het is een tegenvaller, maar de toer gaat door. En we maken er wat moois van.
De dag van het laatste optreden. Een berichtje per Facebook. “Het is nu half drie snachts en ik ben bezig met de autorit Gorkum-Stockton. Eton Crop heeft weer een violist. De uitvaart van mijn schoonzus is een moderne meerdelige marathon. Vandaag was ik erbij voor delen 1 en 2 maar heb nu punkontheffing voor deel 3 morgen. I’m absolutely fucking determined.”
En einde van de middag heeft hij de rit erop zitten. Hij voegt zich bij de band. In de pub praten we bij. En hij vertelt dat hij op een gegeven moment dacht: leven moet voor de dood gaan. Dit optreden is belangrijk. “Ik moet erbij zijn.” En het gaf net dat extraatje. We waren geconcentreerd, we speelden strak, we speelden de zaal plat. Een mooi hoogtepunt van een reunie.
Adrian schreef het later zelf prachtig op: “Als de scheve toren van Gorkum middernacht slaat, maken de weemoed van afscheid en daarna de vertroostende gloed van de kroeg plaats voor de zwarte nacht en stromende regen op de lange weg naar de Franse kust. Nog voor zonsopgang wordt een handjevol slaapuurtjes gegund op Engelse bodem voordat de wielen weer over de weg draaien naar het hoge noorden, nimmer dralend, en vastberaden. Nu is het weer nacht, de band compleet, de zaal vol met mensen, heet, zweterig, de muziek hard, energiek, ruw, subliem, strak, de band voor deze luttele volgepropte minuten een broederschap. Het leven brult en vonkt en spettert ervan af, de dood tartend; doch temidden van de storm van licht en geluid en kracht is er opeens een eigen stilte, de muziek opdragend aan de verlorene: hoor dit vloeibare levensstof zuster, een geschenk uit het land der levenden.”
Zijn moment is mijn moment.
Ik ben Erwin Blom, (nieuwe) mediaspecialist. Internet, radio, tv, print. Nu onder meer trots op Fast Moving Targets, platform over media, communicatie, technologie en innovatie. Mijn geld verdien ik daar mee, maar ook met aanverwant werk zoals advies, presentaties, crossmediale concepten en projecten.
Mijn gegevens vind je op erwinblom.nl
Wow!
Helden!
Mooi, Erwin!
je lijkt zelfs een beetje op Ceasar Zuiderwijk. 🙂
(slaat nergens op maar ik kreeg bij stoere oude rockers een Golden Earing beeld, en dat bedoel ik positief)
Rock!. Levenskracht! Mooi!
Schitterend. Muziek verbindt mensen, verbindt levens.
Gaaf!!!
“Het leven brult, vonkt en spettert…”
Allemachtig prachtig om het leven zo te ervaren! Mooie levensles.
Ik wens je een liefdevol én brullend, vonkend en spetterend 2015.
Punkontheffing. Mooi!
Dank, allen!
En Jacob Jan, onlangs vond iemand me op Geopge Kooijmans lijken 😉 Dus er zit kennelijk iets 😉
Punkontheffing van de dood, levendiger kun je het niet krijgen
Geweldig dat jullie weer on the road waren Erwin. Adrian’s keuze (nee: ‘drang’) geeft aan hoe veelbetekenend deze kans was. En ik begrijp hem goed.
Rock On!
ik steek mijn hand in de lucht en maak voor het eerst in mijn leven heel gemeend dat rockgebaar (wijsvinger en pink toch..?). helden-moment!
Dank allen en Kim, right on!
Dit is rock & roll. Mooi moment!
Muziek is in mijn beleving zo’n beetje het toppunt van ‘leven’. Van het VIEREN van leven. Snap de keuze dus onmiddellijk!
Hey Ho, Lets Go
Hey Ho, Lets Go
Hey Ho, Lets Go
Hey Ho, Lets Go
They’re forming in a straight line
They’re goin through a tight wind
The kids are losing their minds
Blitzkreig Bop
They’re piling in the backseat
They’re generation steam heat
Pulsating to the back seat
Blitzkreig Bop
Hey Ho Lets Go
Shoot em’ in the back now
What they want, I don’t know
They’re all reved up and ready to go