Gonny van der Zwaag

Ik heb getwijfeld of ik mijn moment zou delen. Niet omdat ik me ervoor schaam of het te persoonlijk vind, maar omdat het op deze pagina’s wel vaker over overlijden gaat en ik het niet respectvol vond om na te denken of mijn verhaal wel ‘interessant genoeg’ zou zijn. Dat verdienen de betrokkenen niet, het is geen wedstrijdje. Maar ik kan er niet omheen: dit had de meeste impact, het is mijn moment.

Dus ik bijt snel door de zure appel heen: stel dat je in een maand tijd de twee belangrijkste vrouwen in je leven verliest: je moeder en meteen daarna je vrouw. Kort daarvoor zijn ook je schoonmoeder en schoonzus al overleden. Het overkwam niet mijzelf, maar in mijn (aangetrouwde) familie, die ik in de afgelopen zeventien jaar als mijn eigen familie ben gaan beschouwen, bij gebrek aan een hechte familie van mezelf.

Ik was in dit rouwproces een relatieve buitenstaander, maar maakte het toch van dichtbij mee. Mijn schoonmoeder is nog steeds bedroefd om het verlies van haar jongere zusje, waarmee ze elke vrijdag ging winkelen. Iedereen probeert zich er op zijn eigen manier doorheen te slaan.

Een paar maanden later. Iemand (uit mijn bredere vriendenkring) vraagt op Facebook hoe het met iedereen gaat. Ik schrok ik een beetje van de antwoorden. Helemaal niet ‘Lekker’ of ‘Het gaat z’n gangetje’, maar: ‘Ach, ik sleep me er maar doorheen’, ook bij mensen waarvan je het niet verwacht, omdat je nooit iets leest over hun tegenslagen. Ik probeerde me voor te stellen of die mensen echt een rotleven hebben en zich van de ene dieptepunt naar de andere slepen, of dat er iets anders aan de hand is. Zijn ze alleen maar ontevreden met hun baan of relatie? Leggen ze de lat veel te hoog voor zichzelf? Is het iets waar ze zelf iets aan kunnen doen? Of worden ze buiten hun wil steeds getroffen door het noodlot? Omdat ik niet zo’n zweverig type ben, besloot ik het antwoord te zoeken in de wetenschap. Ik ging een MOOC (soort online cursus) volgen, om te ontdekken hoe mensen zich in verschillende culturen door tegenslagen heen worstelen. Nederland staat met Scandinavië toch altijd hoog in de lijsten van de meest gelukkige landen? En hoe kan het dat landen die veel religieuzer zijn en daardoor meer aanknopingspunten voor verklaringen hebben (“het was Gods’ wil”) niet zo hoog in die lijsten staan? Ik ontdekte dat geluk vanzelf ontstaat, als een soort bijproduct. Door tevreden te zijn met wie je bent en wat je doet. Als je er een bewust doel van maakt, ben je er te veel mee bezig en raak je gefrustreerd door de dingen die nog niet zijn gelukt. En welke rol speelt religie dan? Het grappige is dat de meest verstokte atheïsten die zeggen dat ze nergens in geloven, toch vaak gevoelig zijn voor bijgeloof. Mensen kloppen op hout als ze zeggen dat alles het goed gaat, want je weet maar nooit. En we denken graag dat dingen gebeuren met een reden, bijvoorbeeld dat ene bijzondere moment dat je je partner hebt ontmoet. “Het moest zo zijn” of “Toeval bestaat niet”. Je hebt het zelf vast ook wel eens gezegd.

Uiteraard heb ik het afgelopen jaar nagedacht of ik gelukkig ben en ik realiseerde me dat het bovenstaande ook voor mij geldt. Ja, ik ben gelukkig. Maar het voelt zo raar om dat te zeggen. Als ik het te hard van de daken schreeuw, zouden mijn kansen zich wel eens tegen me kunnen keren. Om dezelfde reden voelt het gek om te zeggen dat ik blij ben dat ik zo gezond ben, een bijna obsessief-gelukkige relatie heb en elke dag fluitend aan het werk ga. Als ik maar een beetje onder de radar blijf met dat geluksgevoel, zal het universum me niet straffen voor zoveel opschepperigheid. Als ik niet oppas ben ik over een paar maanden misschien wel doodziek, gescheiden en dakloos. Het slaat natuurlijk nergens op. Statistisch gezien is die kans heel klein. Maar toch. Je weet maar nooit.

Waarom ik gelukkig ben? Nou, het zat de afgelopen maanden tegen, maar er is genoeg om blij van te worden. In bijna twintig jaar is er niemand in mijn directe omgeving overleden, dus afgelopen jaar was een uitzondering. Het leven stelt me net voldoende uitdagingen, zonder dat het te makkelijk of te zwaar is. Een mooier huis, een grotere auto of meer spullen doen me niet zoveel. Meer vrienden klinkt leuk, maar ik niet blij worden als ik elk weekend meerdere verjaardagen en feestjes af moet. Ik heb weinig familie, maar mijn schoonfamilie maakt dat goed. Ik zou soms twintiger willen zijn, maar ik zou gek worden van de druk om altijd maar Instagram-ready op de foto te moeten staan. Een opgeruimder huis zou leuk zijn… Maar als dat mijn grootste zorg is, doe ik het ervoor.

Gonny van der Zwaag is samen met Jean-Paul Horn oprichter van iCulture.nl, de grootste Nederlandstalige nieuwssite over Apple. In dit 10-jarige jubileumjaar won iCulture.nl de eerste prijs in de verkiezing Website van het Jaar 2017 in de categorie nieuws en informatie.

 Foto: Lyan van Furth, lvfphotography.com

3 gedachten over “Gonny van der Zwaag”

  1. Goed dat je ondanks je twijfel, jouw moment gedeeld hebt. Het moment waarop je inziet dat er veel is om dankbaar voor te zijn. Aanvaarding is ’n toverwoord. Mooi, Gonny.

  2. Mooi en herkenbaar. Als ik tegen iemand zeg dat ik gelukkig ben (ondanks dat er heus wel dingen niet zo lekker gaan in m’n leven en werk), zeg ik het altijd een beetje wijfelend. Mag ik het wel zeggen? Wordt het begrepen? Moet ik uitleg geven?

    Op naar een gelukkig 2018!

  3. Mooi geschreven Gonny, dankjewel dat je het toch wilde delen. Je raakt me met je woorden. Ik zie om me heen juist heel veel blije berichten om me heen. Iedereen lijkt zo blij en gelukkig met het leven, en alleen maar leuke dingen te doen (of alleen dat te delen), dat ik me serieus soms afvraag of het nu echt not-done is geworden online (op social media) om ook af en toe je twijfels, mindere en diepere momenten te delen. Jij laat me hier over nadenken door je moment, en dat vind ik fijn. Dankjewel.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Scroll naar boven