Ik ben een Achterhoeker. Zo dat is er uit. Nou, eigenlijk ben ik niet alleen Achterhoeker, ik ben een oer-Achterhoeker en ben er ook nog eens apetrots op. Terwijl heel Nederland denkt dat wij stugge, gesloten mensen zijn op klompen, met een ietwat Duits accent, hebben wij het hier samen stiekem perfect voor elkaar. We genieten. Het intense geluk van een wederzijdse begroeting met een ‘vreemde’ op straat. De gouden eigenschap van zelfspot. Er zijn in de Achterhoek meer kroegen dan winkels. Een gelijkspel van De Graafschap tegen Ajax, door 200% inzet, voelt als een overwinning op alles wat wij niet zijn. Het touwtje hangt hier nog uit de brievenbus…en als een inbreker daar al gebruik van maakt, is er meteen weer die glimlach als je ziet dat hij nog wel even de moeite heeft genomen om het leeggedronken Grolsch-flesje netjes op het aanrecht te zetten. Maar goed ik ben dus een Achterhoeker en begeef me in de wereld van eventmarketing en live communicatie. Dat zal wel botsen? Nee, dus. Sterker nog, dit jaar kwam ik er op mijnmoment achter dat de Achterhoeker, de laatste der gewone Nederlanders, de marketing- en communicatiewereld nú aan de hand moet nemen, voor het voor altijd vervalt in holle frases.
Hij zat daar. Altijd. Zelfs toen we elkaar niet kenden, waren we verbonden met elkaar. Maar nu ik een pak aan heb en verwacht word op de hoofdtribune, zat hij er vanaf dag één ook ‘altijd’. Voor dat een wedstrijd begon, stopte ik bij zijn stoel en die van zijn vrouw. Ze zaten op het enige rijtje in het stadion met 2 stoelen. Hun stoelen. Ik wist wel hoe hij heette, kende 1 van zijn zonen, schatte hem zo’n 75 jaar, maar we hoefden verder niets van elkaar te weten. Het was altijd al goed zo. Onze vaste begroeting duurde altijd een minuutje:
‘Hoest?’
‘Mooi.’
‘Vandaag motten ze d’r maor ’s invliegen, wat-ie?’
– Als ze er maar alles aan doen…
Daarna drukte hij mij altijd twee hopjes in de handen. Altijd. Zelfs toen het eigenlijk niet meer kon, zat hij er. Die hopjes? Ze zouden geluk brengen, hadden we onszelf wijsgemaakt. Inmiddels zijn we tientallen hopjes verder en staan we bijna onderaan in de eerste divisie… Sinds kort is zijn stoel leeg. Zijn zoon zat laatst naast zijn moeder, maar de stoel was leeg op de Vijverberg (het stadion van onze voetbalclub De Graafschap). Op mijn manier mis ik hem. De club mist hem, maar toch zit hij er nog. Voor altijd.
Een paar dagen na mijn eerste wedstrijd zonder hopjes werd ik gevraagd om te spreken voor marketeers over engagement en hoe live data in combinatie met slimme CRM-systemen en de nieuwe technologische ontwikkelingen voor een disruptive eventexperience kunnen zorgen waarbij crowdsourcing een grote rol speelt en waar de authentieke storytelling niet in het gedrang komt…Die dag heb ik besloten dat ik meer ga spreken en een boek ga schrijven: Marketing en Communicatie de naakte waarheid – de Achterhoekse benadering. Gewoon om uit te leggen waar het echt om gaat.
–
Mijn naam is Sjoerd Weikamp (37, @TjibbeDtc), mede-eigenaar van EventBranche.nl. Voormalig ‘1 vd 11-eigenaren’ van café Hattrick, tennisser, voetballer en verliefd op Houkelien, mijn dochters Mirte en Aafke en in iets mindere mate op De Graafschap en de Achterhoek. ‘Alles is mooi, tot het tegendeel bewezen is.’
https://twitter.com/eventbranchenl / @EventBrancheNL
https://www.facebook.com/EventBrancheNederland/
https://www.linkedin.com/in/eventbranchenl
Mooi geschreven sjoerd
Beste Sjoerd. Ontroerend! Ik zit hier met tranen in mijn ogen! Wat lief en mooi jouw verhaal over mijn (onze) vader. Er zijn dus nog wel degelijk mensen wie het hart op de juiste plaats hebben zitten. Achterhoeker Sjoerd weikamp, klasse! Met vriendelijke groeten, Frank Immink
Onmundig mooi geschreven! Top!
Dank je wel Hans en René, en Frank jouw reactie is natuurlijk helemaal bijzonder!
Warme, blauw-witte groet, Sjoerd
In 1974 leerde ik Frans kennen, op het oude postkantoor ( nu het Borghuis ) hij was destijds materieelbeheerder bij de Ptt ( Postnl )
Samen met mijn vader Gerard waren deze beide op zijn eigen manier de “vrolijke noten van destijds de Ptt.
Je hoorde hem destijds nog wel eens praten over de Graafschap en dan m.n. als Gerard weer in de buurt was, maar zijn ambitie lag toen meer bij de paarden kan ik me herinneren.
Ik verbaasde me toen ook dat ik hem tegen kwam in de businessclub, achteraf natuurlijk door Vincent , maar dat terzijde.
Als we elkaar spraken ging het ook altijd over de “goeie “oude tijd en kwamen de verhalen weer boven tafel.
Hij was een markant figuur die net zoals je zei altijd in herinnering zal blijven, zoals zovelen uit die tijd zo als ze het noemen de “goeie oude tijd “.
Mooi geschreven!