Jan Dijkgraaf

Het was 21 mei, even na vijven. Er floepte een mailtje mijn inbox in. Ik begon te lezen.

En toen viel het kwartje definitief.

Ik had een paar weken daarvoor sluitende afspraken gemaakt met iemand van wie ik de biografie zou gaan schrijven en de partner van deze persoon. Bij welke uitgever het boek zou verschijnen. Wanneer het in de winkel moest liggen. Hoe onze werkwijze zou worden. Welk bedrag en welk percentage van de royalties ik zou ontvangen. Alles was rond.

Ik hechtte er nogal aan om alle afspraken vroegtijdig heel helder te hebben, omdat er vanaf het begin van het project ook een onbestemd gevoel was. Over twee dingen. ‘Ding één’: de persoon in kwestie dacht een betere ‘eindredacteur’ te zijn dan ik ben. ‘Ding twee’: er was nogal een omvangrijk aantal ‘betrokkenen uit de inner circle’ dat zich met de inhoud van het boek leek te gaan bemoeien. ‘Ding één’ was natuurlijk onzin en ‘ding twee’ zou onherroepelijk leiden tot een partij nazorg waar ik helemáál geen trek in had (wie weleens ‘sterren’ interviewt voor glimblaadjes snapt waarom).

En toen was daar dus op 21 mei die mail.

Van een van de ‘betrokkenen uit de inner circle’.

Die kende iemand die “bekend is met het reilen en zeilen in de schrijvers/boeken/uitgeverswereld”.
Die meldde dat ik nogal duur was.
Die vroeg welke korting ik nog wilde geven op het afgesproken bedrag.
Die vond dat de uitgever maar genoegen moest nemen met een ‘distributieovereenkomst’.
Die vroeg zich af of de beoogde uitgever wel de juiste uitgever was, want eerst het hele boek schrijven en dan een rondje uitgevers doen was ook een goede optie.
Die wilde een advocaat inschakelen om de afspraken contractueel vast te leggen.
Die wilde tornen aan de verdeling van de eventuele filmrechten.
En die wilde nog veel meer.

Ik vond het buitengewoon disrespectvol tegenover de uitgever, die ik al enthousiast had gemaakt voor het boek, om die van ‘uitgever’ opeens tot ‘distributeur van bedrukt papier’ te maken. En géén zaken doen met die uitgever omdat uit een ‘rondje uitgevers’ zou blijken dat elders meer te halen was? Zo rol ik niet. Ik vond het buitengewoon disrespectvol tegenover mij dat die ‘betrokkene uit de inner circle’ sowieso aan gemaakte afspraken met mij over bijvoorbeeld de filmrechten wilde tornen.

Maar heel eerlijk gezegd was ik bij het woord ‘korting’ al afgehaakt. Ik sta niet op de markt met bederfelijke waar.

Dus ik stuurde de persoon van wie ik de biografie zou schrijven en de ‘betrokkene uit de inner circle’ een mailtje dat ik de samenwerking niet zou voortzetten. Wie zich niet houdt aan ‘afspraak = afspraak’ is bij mij aan het verkeerde adres.

Weer bleek: bij twijfel niet doen. Geen wereldschokkend moment, wel een moment dat me de rest van het jaar en een deel van komend jaar een hoop gezeik bespaarde.

Toen ik later thuis aan mijn vrouw vertelde dat ik de deal had afgeblazen, keek ze me licht spottend aan. “Je weet toch hoe veel joodse mensen zijn? Mijn vader deed dat vroeger ook. Die kocht eerst een auto en begon daarna nog een keer te onderhandelen. Altijd het onderste uit de kan willen.”
Tja.
Als zij het zegt…


Jan Dijkgraaf (010, 1962) is professioneel buttkicker (www.buttkicken.nl). Hij blockt (on- en offline) sokpoppen, intens slechte mensen en energiezuigers. Werkt voor onder meer Metro, The Post Online, Men’s Health, TVM, Schutrups Schoenen en diverse opdrachtgevers die prijs stellen op discretie.

19 gedachten over “Jan Dijkgraaf”

  1. Avatar foto
    Belinda Fallaux

    Leerzaam. Vooral de zin ‘Ik sta niet op de markt met bederfelijke waar’ ga ik onthouden. Bedankt Jan. Again 😉

  2. ik begrijp dat jouw moment dus een teleurstelling was die je moest verwerken. maar is het dan nodig alle joodse mensen over een kam te scheren? (ook al zegt zij het…)

  3. Ik dacht laat ik meneer Dijkgraaf nou gewoon eens lezen en hem het voordeel van de twijfel geven. Mis, alles (of iedereen) over een kam scheren …jammer jammer jammer..

  4. Beste Jan D,
    Mooi oja- momentje. En nu even je butt kicken: gebruik maar wel een andere eindredacteur. Die vervangt dan het onzinwoord ‘disrespectvol’.
    Succes met de volgende tekst!

  5. Voor een tekst waarin het woord disrespectvol veelvuldig wordt gebruikt, – waarbij de schrijver kennelijk veel waarde hecht aan goede omgangsvormen – , is de laatste alinea stuitend respectloos en een enorme (onnodige) trap na richting mensen met wie hij kennelijk een tijd lang wél wilde samenwerken.

  6. Jaweh nondeju nog es aan toe zeg!
    Wat een schlemielige deugniet.
    De horror! Afgrijzen! MAG NIET!
    Zo, Bij deze heb ik aan heel Nederland laten zien dat IK wel “goed” ben. Dat vind ik fijn. Kijk eens hoeveel ik van geschiedenis weet? En wat voor een goed mensch ik ben?

  7. Sjonge, goed lezen is voor nogal wat mensen, blijkens de reacties, een probleem.
    1) “Veel” is wat anders dan “alle”, dus hoezo “generaliseren”?
    2) Ik begrijp uit het citaat, dat Mw. Dijkgraaf zèlf Joodse is. Mag ze dan ajb haar eigen “soort mensen” benoemen zoals zij dat wil?

  8. Avatar foto
    Mw. E. van Sonderen

    Ik begrijp dat mevrouw Dijkgraaf die uitspraak doet, eerst over haar eigen vader, en dan generaliseert naar alle Joden. Kwestie van ‘verinnerlijkte onderdrukking’van mevr.Dijkgraaf dus. Meneer Dijkgraaf zet het in zijn stukje, waarschijnlijk niet om zijn vrouw af te katten, maar omdat hij het er mee eens is?

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Scroll naar boven